Voorbereid op varkens

Op deze pagina kun je allerlei informatie vinden om je goed voor te bereiden op de aanschaf van een minivarken. Niet tot in detail maar “hoogover”, je kunt ermee aan de slag. Maar deze pagina (site) beoogt niet een volwaardig boek te zijn. Voor meer informatie ben je altijd welkom om lid te worden van het minivarken forum op facebook en daar in gesprek te gaan met andere minivarken eigenaren óf om via “contact” een berichtje te sturen.

 

Biggetje of herplaatser?

Misschien heb je een biggetje uitgezocht bij een fokker of wellicht kies je voor een herplaatser. In beide gevallen is het van belang over een aantal zaken na te denken voordat je besluit een varkentje in huis te nemen.

Helaas zijn er veel varkens die na verloop van tijd weggedaan worden. Om allerlei redenen; de rode draad is dat vaak toch wordt onderschat wat het betekent om een varken aan je gezin toe te voegen.

Het zijn geen honden die je makkelijk naar hun mand kan sturen. Het zijn geen kinderen die opgroeien en uiteindelijk het huis uit gaan. Het zijn dieren die gemiddeld 15 jaar lang onderdeel uit maken van je gezin en intellectueel (en emotioneel) worden vergeleken met kinderen van een jaar of 3. En dat dus 15 jaar lang. Alle voordelen en nadelen zijn waar. Ze zijn vertederend en geweldig en tegelijk altijd en eeuwig een peuterpuber op zoek naar grenzen en bevestiging.

Een andere mythe die we maar even gelijk behandelen is dat een mini-varken inderdaad mini is in vergelijking tot een groot roze vleesvarken. Maar niet mini blijft zoals hij als big is. Minivarkens groeien door tot hun 5e jaar. Een minivarken wordt tussen de 40-80 kilogram, 40-50 cm hoog en je moet rekening houden met formaat stevige labrador. Fokkers zijn vaak te optimistisch over de grootte en de groei, blijkt uit ervaring.

Een herplaatser is “veiliger” als het gaat over de zichtbaarheid van het karakter. Je weet wat je in huis neemt, vaak is ook al bekend hoe het varken zich verhoudt ten opzichte van andere dieren, varkens, mensen. Ook is eventueel probleemgedrag bekend en kun je wellicht een afgewogen beslissing nemen.

Een biggetje komt bij jou in huis en moet alles voor het eerst leren, zal wellicht iets sneller aan je binden en kun je “vormen”. Dat betekent wel dat je bereid moet zijn om veel tijd en energie te stoppen in de opvoeding. De eerste maand is een belangrijke maand waarin zowel de sociale band als de spelregels thuis moeten worden gerealiseerd. Dat vraagt veel van de nieuwe eigenaar!

Je kiest voor een minivarken, waar moet je op letten en aan denken:

  • Wees er zeker van dat je biggetje minimaal 8 weken oud is voordat je het meeneemt naar huis, voor die tijd heeft hij zijn moeder nog nodig, voor eten maar ook voor het sociale contact. Biggen die voor de leeftijd van 8 weken weggaan kunnen allerlei problemen ontwikkelen zowel qua gezondheid als qua gedrag. Helaas zijn er fokkers die het niet zo nauw met de leeftijd nemen. Dus “eis” zekerheid als het gaat om de leeftijd. Als je twijfelt maak dan een foto en deel die bijvoorbeeld op het minivarken-forum (https://www.facebook.com/groups/minivarken/). Als de fokker zegt dat het biggetje nog niet gewend is aan vast voedsel kun je er donder op zeggen dat het te jong is om weg te gaan bij de moeder. Een big van 8 weken kan vast voedsel eten en hoeft geen melk meer te drinken. Je kunt ook naar de moeder kijken; een moeder die nog biggetjes voedt is vaak (sterk) vermagerd en heeft dikke tepels. Zo herken je de moeder!
     

  • Probeer informatie te krijgen over het karakter van het varken wat je op het oog hebt, hoe gedraagt het zich (in het toompje of ten opzichte van andere dieren/ mensen)? Is het druk, dominant of juist schuw, onderdanig? Vuistregel biggetjes: een dominant biggetje zoogt altijd aan de eerste tepel van de moeder. Dit is zeker belangrijk als je al varkens in huis hebt omdat je zo wellicht het matchen van het nieuwe varken gemakkelijker kunt laten verlopen. Als je al een ouder varken hebt is het verstandig te kiezen voor een onderdanig biggetje/varken die snel de leiding van het langer aanwezige varken accepteert
     

  • Een zeug wordt vanaf een maand of 6 eens in de drie weken berig, dat kan gepaard gaan met gezeur, gemekker en soms zelfs agressief gedrag. Houdt daar rekening mee. Er zijn injecties te krijgen via de fokker of de dierenarts om dit tegen te gaan. Je kunt er ook voor kiezen je zeug te laten steriliseren (castreren), maar dan zal het onder narcose moeten en de kosten zijn voor de rekening van de nieuwe eigenaar
     

  • Een borg (gecastreerde beer) wordt vaak gezien als evenwichtiger/stabieler dan een zeug. De castratie gebeurt bij een goede fokker voordat het biggetje naar zijn nieuwe huis gaat. Meestal zijn borgen ook makkelijker als tweede varkentje, en matchen gemakkelijker met varkens die er al zijn
     

  • Neem nooit een ongecastreerde beer in huis, dit zijn ongeschikte huisdieren. Ze zijn erg dominant, kunnen vreselijk stinken (de typische “beren-lucht”) en kunnen agressief en gevaarlijk worden. Zelfs als je ze alleen in de tuin houdt is het verstandig om te kiezen voor een borg
     

  • Bedenk of je je varken binnen of buiten wilt houden (voornamelijk). Als je je varken voornamelijk buiten wilt houden zorg dan dat het niet alleen is. Varkentjes zijn erg sociale dieren en hebben een soortgenootje nodig om gelukkig te zijn. Vooral als ze buiten leven. Er wordt wel eens gezegd (zeker door fokkers) dat je een varken prima in zijn eentje kunt houden als je het binnen houdt. Er zijn veel voorbeelden van. Op latere leeftijd lijken varkens die met minimaal twee zijn te floreren. Ook als je bijvoorbeeld voor je werk vaak niet thuis bent dan kan een soortgenoot ervoor zorgen dat je varkentjes lekker samen kunnen optrekken en elkaar bezighouden. Het vermindert de hoeveelheid ongewenst kattenkwaad uit verveling en bovendien lijken varkentjes stabieler en gelukkiger te zijn in een groep, het zijn en blijven kuddedieren
     

  • Als je een tweede varken in huis of tuin neemt, zorg je er voor dat het een eigen ruimte heeft met een veilige plaats. Onder geen beding zet je het tweede varken direct bij het varkentje wat je al hebt. Overigens geldt dit ook voor andere huisdieren. Je laat het nieuwe varkentje eerst in een afgeschermde ruimte wennen. Een (slaap)plek waar hij zich in kan terugtrekken is daarbij essentieel voor de veiligheid van het beestje. Dat hou je vol voor tenminste 14 dagen. Ze mogen elkaar wel besnuffelen gescheiden door een stevig hek
     

  • Varkens zijn vocale dieren; ze maken ongeveer 26 verschillende soorten geluiden. Dat verschilt van zacht geknor tot opstandig gekrijs met een herrie dat het opstijgen van een vliegtuig qua decibellen overstijgen kan. Houd daar rekening mee, voor jezelf maar ook voor je buren. Varkens onder elkaar zul je horen communiceren en op elkaar reageren. Alleen dat is al een reden om een soortgenootje te overwegen. Onderling stemmen ze eventuele geluiden en ervaringen af en zullen ze elkaar sussen bij paniek of opwinden als er gespeeld gaat worden
     

  • Varkentjes hebben een buitenruimte nodig. Dat kan een tuintje zijn of een hele weide. Met mooi weer houden ze ervan buiten te scharrelen en te rommelen. Een varken dat dit niet kan zal andere manieren zoeken om zijn natuurlijke gedrag te gaan vertonen (wroeten, kauwen, slepen met spullen, nest maken). Als richtlijn geldt voor een minivarken: tenminste 75m2 bewegingsruimte met een stukje buiten waar ze hun gang kunnen gaan. Hecht je veel waarde aan je mooie gazon, geef de varkens dan een stukje eigen tuin waar ze op onderzoek mogen. En onthoud dat gras binnen niet al te lange tijd verandert in zand en modder. Een kinderbadje in de zomer vinden de meeste varkens prachtig, net als een bak met lekkere verse potgrond
     

  • Zorg dat je de eerste maand de tijd hebt om regelmatig met je nieuwe varken op te trekken. Dat versterkt de band en je kunt direct beginnen met de spelregels in en om het huis. Een big zul je zindelijk willen maken, dat gaat sneller als je er bent om het juiste gedrag te belonen en het biggetje te laten begrijpen wat de bedoeling is.

 

Eigen plek, slapen en soezen

Je hebt voordat je varken bij je thuis komt bedacht of je het in huis of buiten zijn vaste plaats wilt laten hebben.

Buiten
Buiten zorg je voor een tochtvrij, geïsoleerd hok met bijvoorbeeld een plastic flap ervoor, zodat het varkentje echt kan schuilen tegen lelijke weersinvloeden. Aan het hok zit een betegelde uitloop (voor natuurlijke hoefslijtage) wat het domein van het varkentje mag worden (of dat nu een deel van de tuin is of de hele tuin dat ligt aan jezelf). In het hok leg je stro waar het varkentje een nest (ketel) van kan bouwen. Geen dekens want die worden vochtig! Zomers moet er een schaduwplek zijn, het liefst met een (kinder)zwembad waarin het varken kan afkoelen bij erg warme dagen.

Binnen
Binnen zorg je voor een bench met een mandje met dekens en een kleine uitloop (max 2-3 m2) aan de bench waar zijn drink- en voerbakken staan en eventueel een kattenbak of ander hoekje is waar hij zijn behoeften kan doen, zo ver mogelijk weg van eet- en slaapplek. De eerste dagen zullen er ongelukjes gebeuren omdat het varkentje nog geen nieuw stramien heeft. Ook al zijn varkens zindelijk van nature. Het is belangrijk ze direct te laten zien waar ze hun behoefte mogen doen (dit geldt voornamelijk binnen, buiten zal het varken zelf een plek zoeken ver weg van zijn eet- en slaapplaats). Het wennen aan het nieuwe huis en de nieuwe routine voor zindelijkheid gaat beter als je het varken niet direct de beschikking geeft over het hele huis, maar een beperkte bewegingsvrijheid geeft. Vandaar de bench met kleine uitloop voor een big of bijvoorbeeld 1 kamer in huis die je voorlopig als veilig onderkomen hanteert voor een grotere herplaatser die je binnen wilt houden. Je zult zien dat dit al snel een veilige plek wordt en het varken van daaruit makkelijk uitstapjes gaat maken om de rest te ontdekken.

Wennen gaat beter met een veilige, eigen plek
De eerste dagen geef je je varken de tijd om te wennen aan zijn nieuwe eigen plek; of het nu zijn nieuwe buitenhok is of zijn bench binnen. Als je het eten of drinken geeft dan praat je met een zachte stem en beweeg je langzaam om het varken heen. Alles wat van “boven” komt is eng. Enerzijds omdat varkens prooidieren zijn en dus altijd op hun hoede voor gevaar en anderzijds omdat het gezichtsvermogen van varkens niet hun beste zintuig is. Ze ruiken en horen beter dan dat ze zien. Hou daar rekening mee!

Als je varken wat stoerder en zelfverzekerder wordt zet je op een aantal momenten op de dag de bench of kamerdeur open (let op nog steeds niet met andere dieren in de buurt! Gebruik daar echt de 14 dagen wen-tijd voor). Laat het als het wil op onderzoek gaan, ga op de grond zitten en lok het met wat lekkers naar je toe. Beloon overmatig, praat zachtjes. Doel van deze dagen is het vertrouwen winnen van het varken. Hij mag bepalen of hij naar je toe komt of dat je nog wat meer geduld moet hebben.

“Luie” varkens
Varkens slapen en soezen gemiddeld evenveel als katten. Zo’n 70% van de dag (incl. de nacht). Een eigen plek is ook daarom van belang. Als het varken aan je gewend is zal het je opzoeken om bij je te komen liggen (mits hij dat van je mag natuurlijk).

Varkens houden van nesten maken, ze slapen graag onder stro of dekens en je zult ze dan ook vaak dingen zien meeslepen naar hun eigen nest (ketel). Ook kun je ze zien graven in dekens of hun mand om alles precies zo te schikken dat ze er lekker onder weg kunnen duiken. Als er meerdere varkens zijn, zullen ze samen in een ketel slapen, buik aan buik of kop aan staart.

 

Eten, drinken en zindelijkheid

Eten
Het basisvoer voor minivarkens bestaat uit een goed hobbyvarkensvoer, vaak is dit muesli. Een varken voer je gemiddeld 1-2% van zijn lichaamsgewicht. Overgewicht is een groot probleem bij minivarkens en het is dus belangrijk om te beseffen dat varkens relatief weinig voer nodig hebben om een gezond gewicht te bereiken. Even ter illustratie; een varken van 40 kg eet 800 gram voer maximaal per dag. Als vuistregel geldt: indien je snacks wil bijvoeren dan zitten die in die 800 gram voer (is natuurlijk mede afhankelijk van wat voor soort snacks je voert en hoeveel beweging je varken krijgt).

Er zijn verschillende merken die prima voer bieden voor hobbyvarkens. Voer vooral geen zeugenbrok, paardenvoer of voer voor vleesvarkens want dat is allemaal ontwikkeld met een ander doel. Voer je varken 2 keer per dag. Het voer kun je los op de grond strooien buiten, of in een voerbal doen binnen zodat hij zijn natuurlijke gedrag (zoeken naar eten) kan uitoefenen. Varkens lusten vrijwel alle fruitsoorten. En de meeste lusten ook veel groenten. Het zal een beetje zoeken zijn wat jouw varkentje lekker vindt, maar dat is onderdeel van de charme.

Snacks voor varkens:

  • kan altijd: sla, andijvie, witlof, komkommer (even afspoelen), tomaten (zonder blad), onkruid (let op giftige planten), hooi

  • met mate: wortels, alle soorten fruit (appel, druiven, peer, aardbei; vanwege suikers), aardappel (veel zetmeel), mais (zet ook aan), rozijnen. whimzees vegetarische kauwkluiven voor wat langer kauwplezier, paarden- of knaagdierensnacks met fruit of groentesmaak, yoghurt (mager), karnemelk of rauw ei (1x per week ongeveer), noten

  • nooit: vlees (wettelijk gezien mag dat niet) voedsel met chocola, suiker of zout toegevoegd. Keukenrestjes (voer sowieso niet van het aanrecht af of direct uit de koelkast, daar zijn varkens te slim voor en gaan vanzelf op zoek naar meer)

Varkens kunnen allergisch zijn voor etenswaar. Je zult dat zelf moeten uitzoeken, maar tomaat en kiwi staan bekend om allergiegevoeligheid.

Drinken
Water is erg belangrijk voor varkens en moet altijd ter beschikking staan. Een volwassen varken kan veel water drinken (4 liter per dag is niet vreemd). En heeft water nodig om op een juiste wijze met voedsel en voedingsstoffen om te gaan. Een veel voorkomend probleem bij varkens die te weinig water tot hun beschikking hebben is zoutvergiftiging, waarbij het varken inwendig zout ophoopt en dat niet af kan voeren, wat dodelijk kan aflopen Daarnaast heeft een varken moeite om zijn temperatuur bij warmte te reguleren omdat het niet zweten kan (met uitzondering op de schijf van de neus).

Water is van levensbelang en moet dus ten alle tijde beschikbaar zijn. Op zich nog wel een uitdaging om een goede manier te vinden om dat voor elkaar te boksen omdat een bekend varkensspelletje het omgooien/ verschuiven van de waterbak is. Sommige lossen dit op door een drinkbak in een betonnen omhulsel te plaatsen, anderen maken de drinkbak vast en weer anderen gebruiken een porseleinen ovenschaal omdat ze daar blijkbaar niet graag mee tussen de tanden lopen. Leer je varken niet te wennen aan water met een smaakje (bijv. appelsap), dit zorgt ervoor dat ze wellicht gewoon water niet meer willen drinken.

Zindelijkheid
Varkens zijn van nature zindelijk. Ze houden er niet van hun behoefte te doen op de plek waar ze slapen of eten. Zorg er daarom voor dat als je een varken binnenshuis zindelijk wilt maken je een afgeschermde ruimte maakt waarbij de bak waarop de behoefte gedaan kan worden zo ver mogelijk van de slaap- en eetplek staat. In de bak kun je kattenbak-pellets doen. Ook dit kan een beetje zoeken zijn omdat sommige varkens de houten pellets opeten. Dus neem even de tijd om een goede bedding voor de bak te vinden. Als je een kattenbak gebruikt haal daar dan de bovenkant vanaf en zorg dat het varken “vrij” in de bak kan stappen. De eerste keer dat je het varken in de bench met uitloop zet wijs je hem op de kattenbak. Als hij plast of poept naast de bak dan beweeg je hem zachtjes naar de bak toe en beloon je extreem met je stem als hij in de bak stapt. Soms helpt het een uitwerpsel in de bak te laten liggen. Als je varken meer bewegingsruimte krijgt zal het inmiddels ook aan de bak gewend zijn. Verplaats steeds meer naar de buitendeur als je uiteindelijk wilt dat je varken buitenshuis zijn behoefte doet. Veel varkens leven binnen met een hondenluik in de deur die ze de weg naar buiten geeft. Daar zal je varken zijn eigen plek vinden voor zijn behoefte, en vaak zal die ver weg zijn van de buitendeur die leidt naar zijn “slaapplek binnen”.

Als je problemen hebt met de zindelijkheid dan ligt dit bij biggen vaak aan het feit dat ze te snel teveel ruimte krijgen (de hele woonkamer in plaats van een afgeschermde ruimte).

Een varken dat de zindelijkheid binnen nog onder de knie moet krijgen straf je niet als er een ongelukje gebeurt maar begeleid je naar de bak. Het begrijpt het principe nog niet en straf zal het alleen angstig voor je maken. Een varken wat de zindelijkheid wel onder controle heeft maar te beroerd is om bijvoorbeeld naar buiten te gaan als het regent, verdient uiteraard wel gemopper en een strenge begeleiding naar buiten.

Lichamelijke verzorging

Huid
Varkens zijn schone beesten. De meesten houden van gekriebel op buik en billen. En kunnen ook borstels waarderen. Varkens hebben vaak een droge huid. En schuren of borstelen kan ze helpen de droge schilfers te verliezen. Veel varkenseigenaren geven hun minivarkens een theelepel kokosolie bij het eten (1x per dag) om de droge huid tegen te gaan. Ze vinden het bovendien erg lekker. De meeste varkens zijn gek op water als ze de kans hebben gekregen er rustig aan te wennen. Varkens zijn zelfs goede zwemmers. Veel varkenseigenaren laten hun varken rustig wennen aan warm water om ze een bad te kunnen geven. Hoe eerder je hier voorzichtig mee begint hoe meer een varken zal kunnen genieten van het warme water en het contact. 

Daarnaast is het belangrijk ze te laten wennen aan wassen voor medische doeleinden, bijvoorbeeld bij de bestrijding van schurft. Doe dit niet overmatig (1x in de 2 weken max) in verband met de conditie van de huid. Als je al shampoo wilt gebruiken, gebruik dan bijvoorbeeld tea-tree shampoo voor honden. Deze zal de huid niet onnodig droger maken.

Hoeven
Als varkens de kans hebben om over stenen te wandelen dagelijks blijven de hoeven redelijk op lengte. Soms zal het echter zo zijn dat de hoeven te lang worden en moet je deze bijknippen met een nagelschaar. Ook hier geldt, hoe eerder je je varken laat wennen aan het betasten van zijn hoeven, hoe makkelijker het deze behandeling zal ondergaan.

Ogen en oren
Varkens hebben vaak “soep” in het hoekje van de ogen wat ze zelf niet schoon kunnen maken. 1x per dag weghalen met een nat doekje of voorzichtig met je vingers is prettig voor je dier. De oren van varkens worden regelmatig vies. Dat kan leiden tot jeuk. Je kunt de oren schoon maken als je je varken wast, door een punt van een handdoek vochtig te maken en de voorkant van het oor schoon te wrijven. Als de viezigheid dieper zit, kun je ear-clean gebruiken (voor honden, verkrijgbaar bij de dierenwinkel). Dat druppel je in het oor, even goed het wrijven waardoor de viezigheid losweekt en dan schudt het varken dit er vanzelf uit. Pas op met water in het oor en zorg ervoor dat als je ear-clean gebruikt je dit niet te vaak doet en echt een paar druppels gebruikt. Vocht in het oor kan snel tot oorinfectie leiden.


Tanden
Iedere borg en beer zal ongeveer rond het tweede jaar grote hoektanden (“tusks”) ontwikkelen. Deze tanden groeien om de lippen heen en mag je niet weg laten halen door de dierenarts, dat is bij wet verboden. Het is daarom belangrijk dat je je varken leert wennen aan dat je aan zijn mond en tanden mag zitten. Bot vijlen mag wel en als je ervoor kunt zorgen dat je varken hier al vroeg aan went scheelt dat vervelende behandelingen, stress of zelfs narcose om de tanden op orde te houden.

Een varken wisselt één keer. De melktanden van varkens zijn vaak geel/bruin van kleur. De volwassen tanden en kiezen van varkens zijn langer en scherp. Tijdens het wisselen kunnen ze zeurderig zijn, tandenknarsen en zelfs meer speeksel produceren. Je kunt ze dan een flostouw met een heel klein beetje (!) pindakaas geven of een vegetarische kauwkluif.  Zo rond de 20 maanden heeft een varken zijn volwassen gebit. En daarna volgen alleen nog de hoektanden die onder de flapjes van de lippen van de varkens (kijk maar eens goed, er zitten flapjes) naar buiten zullen komen. Dit gebeurt bij borgen en beren.

Lichaamstemperatuur
De gemiddelde lichaamstemperatuur van een varken is 38-39 graden celsius. Het is belangrijk dat je in staat bent de temperatuur van je varken op te nemen omdat dit een belangrijk gegeven is voor een dierenarts als je varken onverhoopt ziek wordt. Ook hier geldt vroeg mee beginnen en afleiden met wat eten bijvoorbeeld.Tempen doe je echt aan de achterkant van je varken, niet in de mond of onder de oksel.

Ziek zijn

Je varken zal een keertje ziek worden. Dan is het zaak erachter te komen wat er aan de hand is. Hou er rekening mee dat er weinig dieren- of veeartsen zijn die kennis hebben van varkens, zeker na het tweede levensjaar. Simpelweg omdat (productie)varkens in Nederland meestal niet ouder worden dan 2 jaar.

Zorg er dus in de voorbereiding op de komst van je varken voor dat je een dierenarts vindt die je varken wil behandelen bij ziekte.

En zorg er voor dat je varken het van je accepteert dat je zijn temperatuur kunt opnemen (38-39 graden celsius is normaal). Koorts of geen koorts, of zelfs juist onderkoeling zijn belangrijke raadgevers bij het uitvogelen wat er met je varken aan de hand is.  

Algemene ziekteverschijnselen
Zoals je wellicht gemerkt hebt is ieder varken gek op eten. Een belangrijk signaal dat je varken ziek is, is als hij niet meer eet of niet meer zoveel plezier beleeft aan eten. Als je varken niet meer eet is het verstandig de dierenarts te bellen.

Een ander signaal is het lusteloze varken. Snel genoeg zul je het verschil herkennen tussen een lui maar tevreden soezend varken, of een lusteloos varken wat niet goed in zijn vel zit. De laatste is niet alert als je langsloopt, komt niet van zijn plek als je aandacht of wat lekkers geeft en lijkt niet geïnteresseerd in de wereld om hem heen. Of is juist erg onrustig en vertoont ongemak of pijn.

Obstipatie en diarree
Obstipatie is een bekend probleem bij varkens, daar kunnen ze echt niet lekker van zijn. Je herkent het aan een varken wat lusteloos is, misschien nog wel eet, maar met duidelijke pijn in zijn buik rondloopt en die probeert een aantal malen zijn behoefte te doen maar wat niet tot het gewenste resultaat leidt. Varkens kunnen zoveel last van hun buik hebben dat je al snel aan ergere dingen zou denken als je het varken ziet (kreupelen, puffen, hijgen etc.).

Een flinke scheut olie (olijf, zonnebloem, kokos) door het eten van je varken kan helpen. Als de obstipatie te lang aanhoudt (24-48 uur) schakel dan een dierenarts in.

Diarree is de andere zijde van dit spectrum. Een varken met diarree hoeft niet ziek over te komen. Als het iets verkeerds heeft gegeten dan kan de diarree “slechts” een mechanisme van het lijf zijn om het verkeerde eten eruit te werken. Diarree kan bij varkens alle kleuren aannemen. Er zijn voorbeelden bekend van metaalachtig grijs, zilverkleurig, bruin, geel, groen.

Als je varken wel ziek is, koorts heeft of er zit bloed bij de ontlasting, is de kans groot dat de diarree komt door een virus of een bacterie. Geadviseerd wordt bij ziekte en aanhoudende diarree (24-48 uur) de dierenarts te bellen. In veel gevallen zal Norit worden voorgeschreven omdat dit naast de ontlasting te verdikken en de darmflora tot rust te brengen, ook eventuele schadelijke stoffen in maagdarmstelsel opneemt en zo het varken kan helpen sneller de kwade stoffen af te scheiden. Zorg er bij diarree voor dat je varken goed drinkt! In dit geval kun je je varken helpen door een beetje appelsap aan het water toe te voegen om hem te verleiden te drinken. Als je varken nog eet, kun je ook stukje appel in de drinkbak leggen om ervoor te zorgen dat er water binnenkomt. Als de diarree lang aanhoudt zal een goede dierenarts het advies geven rijst en rijstewater te geven, met een heel klein (!) beetje zout om ervoor te zorgen dat je varken vocht vasthoudt.

Overgeven
Als je varken overgeeft is dat een serieus waarschuwingssignaal. Er zijn twee momenten waarop varkens relatief onschuldig overgeven; bij wagenziekte (sommige varkens worden echt goed wagenziek, vaak wordt dat beter als ze ouder worden) en als je varken zich vol heeft gestouwd met (bedoelde of onbedoelde) hoeveelheden voer. Natuurlijk is het van belang dan te weten wat het heeft gegeten. Maar varkens zijn in staat zich ziek te eten aan hoeveelheid eten.

Giftige planten
Als het varken overgeeft door wat het gegeten heeft en niet perse hoeveel het gegeten heeft, is het van belang snel te handelen. Hoewel het spijsverteringsstelsel van varkens erom bekend staat veel te kunnen hebben en uit weinig eten (qua hoeveelheid en rijkdom) veel te halen, kan dit bij giftig eten juist heel vervelend tegen ze keren.

Je kunt er niet vanuit gaan dat je varken weet wat goed voor hem is en dus bijvoorbeeld in de tuin van giftige planten afblijft. Op www.minivarkens.com staat een lijst met giftige planten, struiken en bloemen. Neem altijd contact op met de dierenarts als je een sterk vermoeden hebt dat je varken aan giftige planten heeft gezeten.

Soms is het zo acuut dat je zelf thuis eerst moet handelen, als je varken bijvoorbeeld een erg giftige plant heeft gegeten in een stevige hoeveelheid en ziekte vertoont als schuimbekken, omvallen, lusteloosheid, laat het dan geforceerd overgeven door zout water in de keel te spuiten voordat je naar de dierenarts gaat of gaat zitten wachten op de dierenarts.  

Schurft en wormen
Varkens zijn gevoelig voor schurft en wormen. Schurft of schurftmijt is te herkennen aan jeuk, roodheid en een typische bruinrode afzetting met name in mondhoeken, rond de ogen, in de oren, in de nek/hals-zone en tussen de achterpoten. Eenmaal aanwezig is schurft een lastig te behandelen probleem. De kruisbesmetting van meerdere varkens en het niet goed desinfecteren van de leefomgeving van het varken kan ervoor zorgen dat het een langslepend bestrijdingsproces wordt. Dit geldt ook voor eenmaal aanwezige worminfecties. Zowel tegen schurft als tegen wormen worden varkens gewoonlijk twee tot drie keer per jaar geïnjecteerd met de werkzame stof ivermectine (handelsnaam: ivomec). Deze injectie kun je halen bij de dierenarts. Er zijn ook wormkorrels die je kunt geven bij het voer (Rintal wormkorrels), deze werken niet tegen schurft. Als je varken een worm- of schurftinfectie heeft zul je de injectie moeten herhalen na 3 weken in verband met uitkomende eitjes.

Stress
Varkens zijn routinebeesten en daardoor erg stressgevoelig. Veranderingen verteren ze slecht. Verhuizing, vreemde mensen in huis, het doorbreken van de dagelijkse routine roept bij varkens stress op. Ook opgejaagd worden door honden of andere dieren/ mensen is erg stressvol. Een varken wat niet snel genoeg herstellen kan van de stress kan zichzelf letterlijk dood-stressen. Het is dus belangrijk te investeren in een goede band waarbij het varken jou vertrouwd om hem te helpen sneller rustig te worden bij veranderende omstandigheden. Het varken een truc laten doen en het varken afleiden van de stressor helpt erg goed. Zorg dus altijd voor wat lekkers op zak een commando waar je ze mee aan het werk kan zetten.

Daarnaast blijkt uit onderzoek dat varkens die jong een goede balans hebben meegekregen in uitdagende nieuwe situaties (mee op pad bijvoorbeeld, nieuwe ontmoetingen) en veiligheid en routine beter kunnen omgaan met veranderingen op een latere leeftijd.

Serieuze ziektes en aandoeningen
Serieuze ziektes en aandoeningen kun je vinden op www.levendehave.nl (onder het kopje varkens). Hieronder vermelden wij er enkele.


Huidaandoeningen
Vanwege de droge en gevoelige huid van varkens, zijn varkens relatief gevoelig voor huidaandoeningen. Een varken wat lang in de zon rondrommelt kan serieuze zonnebrand krijgen. Jonge varkens, lichtgekleurde varkens en varkens met een gevoelige huid worden dan ook liever met zonnebrandolie ingesmeerd op een warme zonnige dag. Eczeem, allergisch eczeem en andere overgevoeligheids- of allergische reacties zijn niet onbekend bij varkens. Hun huid lijkt in die zin erg op die van de mens.

Dippity Pig Syndrome, streptokokken meningitis, epilepsie, hernia
Een veelvoorkomend en typisch minivarken-probleem is dippity pig syndrome (DPS). Een dippity-aanval is heel vervelend om te zien, daarom besteden we er hier aandacht aan. Als je varken DPS heeft dan zul je een varken zien met veel pijn en paniek een een omvallende, duikende (“dippende”) achterhand. Je zal schrikken omdat het lijkt of je varkentje epileptische aanvallen heeft of verlamd is. Direct zul je ook zien dat deze houding niet lang aanhoudt maar dat het na een aantal seconden “slepen” van de achterhand (de achterpoten en onderste deel van de rug) weer opstaat. In sommige gevallen ontstaan laesies op de rug. Die herken je door natte plekken op de rug. Dit is bloedserum wat door het openbarsten van de huid op de rug naar buiten komt. Vaak lichtroze of doorzichtig van kleur. Op het minivarken-forum staan foto’s en filmpjes van varkens met DPS. Een DPS-periode duurt 24-72 uur. De oorzaak is onduidelijk maar wordt gelinkt aan de lente (allergische oorzaak) en stress (intern in het varken, of extern in de omgeving van het varken). Zo onverwacht als het komt zo verdwijnt het ook weer tussen 24-72 uur. Wat je kunt doen is het varken rustig houden en zo min mogelijk in paniek te laten raken door het besef dat zijn achterhand het niet doet (dit lijkt ook echt invloed te hebben op de duur van de episode), zorgen dat het zijn hoofd laag houdt om niet onnodige spanning op de rug te zetten, een paracetamol (kinderdosering voor een volwassen varken; ½ tablet per 4 uur max) toedienen voor de pijn en zoveel mogelijk rust creëren.

Zeker de eerste keer dat je zoiets mee maakt schrik je je rot. Er is nog een aantal ziekten dat vergelijkbare verschijnselen vertoont als DPS. En het onderscheid is belangrijk voor de juiste verzorging van je varken. Hoe vervelend DPS er ook uit ziet, het gaat over. Meestal zonder ingrijpen van de dierenarts.

 

Varkens kunnen echter ook deze verschijnselen vertonen door een streptokokken infectie, epilepsie of een hernia. Dit zijn veel serieuzere medische aandoeningen die gelukkig veel minder vaak voorkomen. Wij volstaan hier door te zeggen dat een dierenarts je kan helpen bij dit onderscheid, maar dat het goed is om ruwweg te onthouden dat streptokokken meningitis een heel ziek varken oplevert (koorts of juist onderkoeling, ellendig) en bij DPS het varken behalve dat het ongemakkelijk is en pijn in de rug heeft verder niet ziek is. Epilepsie beperkt zich in tegenstelling tot DPS niet alleen tot de achterhand helaas, maar zal het varken doen laten omvallen. Een hernia is te testen met een reflextest van de achterbenen. Als het varken een geforceerde ongemakkelijke stand van zijn achterbenen corrigeert, betekent het dat de signalen van de zenuwen in de rug nog goed doorgegeven worden. Een dierenarts zal deze tests uitvoeren om de juiste diagnose te kunnen stellen.   

Heeft jouw varken Dippity of Dippity gehad?
Klik HIER om het Dippity formulier in te vullen. We verzamelen zo veel mogelijk informatie om meer inzicht te krijgen in deze aandoening.

 

Sociaal gedrag, spelen en leren

Varkens zijn intelligente, leergierige, nieuwsgierige, eigenwijze en territoriale dieren. Juist deze combinatie maakt een varken niet zomaar een geschikt huisdier voor iedereen.

Het is goed je te beseffen dat het in huis nemen van een varken, je leven op zijn kop zal zetten. Een varken verwacht onderdeel van het gezin te worden, niet als een hond naar zijn mand gestuurd te worden maar eerder als een kind dat mee aan tafel zit bij het avondeten (bij wijze van spreken uiteraard).

Het heeft deze binding en plek ook nodig om te floreren in huis. Maar dat is een moeilijke opvoedkundige scheidslijn van waarderen en begrenzen. Daar moet je toe bereid zijn om dat uit te vogelen, dan heb je een geweldige aanvulling op je gezin.

Word je al moe door de bovenstaande zinnen alleen maar te lezen, begin er dan niet aan.

Hoewel varkens gezien worden als het op 5 na slimste wezen op aarde is het nog altijd zo dat de mens een intelligenter wezen behoort te zijn. En dat betekent dat jij je moet willen verdiepen in het gedrag van varkens, om ze te begrijpen en goed met ze samen te kunnen leven. Het maakt het leven een stuk simpeler als jij het juiste spel- en afleidingsmateriaal weet te geven en je varken dingen aan kunt leren. Begrip is daarvoor de basis. 

Rangorde
Varkens leven in kuddes en waar kuddes zijn, is er rangorde. Veel van de gedragsproblemen bij varkens (tussen varkens onderling, met de baas of met kinderen) zijn terug te brengen naar een onduidelijke of onjuiste rangorde. Dit kan leiden tot serieuze vormen van agressie, sloopgedrag, ontevredenheid en onveiligheid. Een varken zal altijd proberen hoger in de rangorde te komen als er onduidelijkheid of onveiligheid heerst.

Het is van belang om vanaf dag 1 je varken op een vriendelijke maar directe manier duidelijk te maken dat jij (en de overige familieleden) hoger in rang zijn dan hij. Dat betekent niet dat je het varken eens goed moet afstraffen of bang moet maken. Varkens zijn gevoelig voor rechtvaardigheid, kunnen een standje bij ongewenst gedrag accepteren, maar kennen ook wraak en verontwaardiging als ze onheus behandeld worden (of niet begrijpen waarom). Een varken dat een standje heeft gekregen van de hogere in rangorde waarbij het voor hem duidelijk is waarom hij dat standje krijgt, legt zich erbij neer (weliswaar met wat gemopper en kabaal) en zal je leiderschap accepteren.

Om vanaf het begin op een vriendelijke maar duidelijke manier je varken kenbaar te maken dat je de hogere in rangorde bent is er een Amerikaanse methode ontwikkeld die Move The Pig heet. Puur voor dit doeleinde, rekening houdend met de wijze waarop varkens onderling de rangorde bevestigen. Het is als het ware een menselijke vertaling van het varkensgedrag. Het is verstandig het materiaal te lezen en te bekijken en deze methode onderdeel te maken van je dagelijkse routine met het varken. Je kunt deze informatie vinden op het mini-varken forum of elders op internet.

Tips voor rangorde:

  • een varken moet altijd voor jou opzij gaan (move that pig!)

  • jij bepaalt (na de gewenningsperiode) of een varken bij je mag komen liggen of niet

  • zeuren wordt NOOIT beloond. Dat kan wat volharding vergen maar toegeven aan een zeurend varken vergroot de frequentie en de intensiteit van het zeuren

  • je varkens trucjes leren die je beloont zorgt voor binding en voor de juiste verhoudingen (jij geeft een commando, het varken luistert en wordt beloond door jou)

  • het is praktisch om een varken een commando als “klaar” of “op” te leren waarmee je de activiteit kunt afhechten, dit zorgt ervoor dat je niet een jammerend en zeurend varken houdt. Ook hier consequent zijn! 

  • varkens houden van routine, dat kun je goed gebruiken in je eigen voordeel. Helaas houden varkens dus van routine en kunnen zij dat ook tegen je gebruiken. Het zoeken naar een goede balans is belangrijk om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat je varken niet als wekker gaat fungeren om half 6 ‘s ochtends omdat het zo nodig eten eist, of een half uur voordat het normaal een snack krijgt vast gaat beginnen met zijn eigen voorbereidingen daarop, die helaas altijd gepaard gaan met veel geluid. Hierin zul jij de slimste moeten zijn en degene met de meeste volharding. Negeren helpt beter dan negatieve aandacht (straffen of mopperend naar je varken toe gaan), maar dat zul je soms lang vol moeten houden om effect te zien. Dit is ook afhankelijk van je eigen mate van consequent zijn

  • happen naar de baas is een no-go; als je varken besluit jou te intimideren is het van belang daar korte metten mee te maken. In varkenstaal betekent dit een ferme “nee” en een duw tegen de hals/ schouder. Dit is de plek waar varkens elkaar ook corrigeren. Daarna eventjes negeren om het in te laten dalen bij de vlegel en dan weer uitnodigen naar je toe te komen 

  • een leider in de ogen van een varken, maakt niet veel herrie maar is wel heel aanwezig in verschijning en fysiek. Met andere woorden: schreeuwen, gillen en vloeken helpen niet, sterker nog die werken je tegen. Kijk maar eens naar filmpjes van varkens, een gillend varken is altijd degene lager in rang (die met veel kabaal het onderspit delft) dan een rustige maar duidelijk aanwezige leider.

 

Spelen
Varkens spelen hardhandig. Dat is bij voorbaat goed om te weten. Als je een filmpje bekijkt van een toom biggen dan zul je niet zelden een bowling- of vliegpartij zien. Dit komt omdat spel bijna altijd een rangorde-component in zich heeft bij varkens. Als ze spelen zwaaien ze met hun hoofd rennen achter elkaar aan en dagen elkaar uit. Altijd eindigt spel in een of andere manier in het topvarken dat een punt drukt ten opzichte van het varken lager in rang. Dit is een goed basisprincipe om in gedachten te houden.

Varkens staan bekend om hun dolle 5 minuten rennen, “zoomies” noemen ze dat in Amerika. Bijna iedere dag (met uitzondering van oudere varkens) is er wel zo’n moment waarop je varken besluit te gaan rennen. Vaak gepaard met geblaf of andere opmerkelijke geluiden. Als je besluit om hieraan deel te nemen, zorg dan dat je eindigt met achter hem aanrennen en onder het rennen met je hand kleine duwtjes tegen zijn kont te geven. Dit lijkt op de duwtjes die varkens elkaar geven als ze “spelen”. Accepteer niet dat hij dat bij jou doet, zo zit het rangorde-deel wel goed.

Varkens zijn snel geïnteresseerd, snel weer afgeleid en snel verveeld. Dat maakt het soms lastig om een leuk tijdverdrijf te bedenken voor je varken(s). Een aantal dekens waar hij mee mag doen wat hij wil, helpt vaak. Net zoals het begrenzen dat kussens en dekens op de bank niet van hem zijn maar van jou. Je corrigeert dit door hem te zeggen “nee” en te wijzen naar het alternatief wat van hem is. Alleen “nee” zeggen zonder een alternatief te bieden helpt het varken niet zijn verveling en interesse te bevredigen. En bovendien krijg je al snel het gevoel een politieagent te zijn. Zorg ervoor dat er dus varkensalternatieven zijn. Een snuffelmat (www.snuffelmat.nl) kan helpen bij het wroeten en slopen. Een bak met potgrond in de tuin zorgt ervoor dat hij zijn wroetbehoefte kwijt kan (en bovendien aan de benodigde ijzer kan komen) en houdt hem bezig.

In de zomer kan een kinderzwembad met water met ballen en af en toe wat lekkers erin het varken bezig houden. Daarnaast is een goede tip het eten op zo’n manier te geven dat het varken ervoor aan de slag moet, of het nu het foerageren (verzamelen van zijn eigen eten) is door het eten in een voerbal te geven of te verspreiden over de grond of trucjes doen voor snacks. Werken voor eten is een makkelijke en bevredigende manier voor alle partijen om op een goede wijze bezig te zijn met je varken. Uit onderzoek blijkt dat varkens het meest lang geïnteresseerd blijven door iets aan een ketting, wat ze rond kunnen bewegen. Een emmer met een aantal gaten erin waar soms wat lekkers uitvalt of een bal aan een ketting waar ze met hun hoofd tegen aan kunnen zwaaien. Knuffels of flostouwen zijn even leuk, maar kunnen varkens vaak niet lang bekoren.

Leren
Naast dat het natuurlijk een leuk gezicht is als je varken bijvoorbeeld kan zitten op commando is het leren van dit soort trucs een belangrijk tijdverdrijf en zoals eerder vermeld ook een goede manier om de rangorde te onderhouden. Varkens kunnen zitten en draaien op commando, sommige kunnen liggen of een pootje geven en er zijn ook varkens die kunnen springen door een hoepel of op een skateboard kunnen staan. In die zin is het maar net hoeveel tijd en energie je wilt stoppen in het leren van trucs. Als basis is het verstandig om je varken te leren naar een plek te gaan die jij wilt (mand, kleed of hoek van de kamer/ tuin) zodat je altijd kunt grijpen naar dat commando als er iets is waar je je varken niet bij wilt hebben (bijvoorbeeld het commando “in je mand” of “ga naar je plek”). Een varken leren zitten is een goed te leren commando, met wat geduld. Draaien om hun eigen as leren varkens het snelst van alle trucs. Met iets lekkers dat ze begeleidt in de beweging die ze moeten maken, enthousiaste en trotse kirgeluiden van de baas en uiteindelijk ook echt het lekkers in hun mond, zijn varkens goede en gemotiveerde leerlingen. Eerder hadden we het al over het commando “klaar” of “op” om het varken aan te geven dat het moment voorbij is.

Varkens leren snel door positieve bekrachtiging (belonen). Ze leren dingen daarentegen slecht of langzaam af door negatieve bekrachtiging (straf). Daarom is het effectiever om zoveel mogelijk gebruik te maken van de positieve bekrachtiging (“dat doe je goed”). Dit kun je doen door het varken bij ongewenst gedrag te zeggen dat dat niet de bedoeling is (“nee”) en het een alternatief te bieden wat wel je goedkeuring kan wegdragen (“kijk eens deze mag je wel”). Door daar heel enthousiast over te zijn als het varken het alternatief aanneemt (“goedzo, knap varken”), maak je die snel leuker en verdwijnt de interesse voor bijv. de kussens van de bank. Uiteraard geldt voor baldadig of negatief gedrag zoals bijvoorbeeld happen nog steeds een correctie “nee” en een ferme duw tegen de schouder.

Er zijn interessante voorbeelden van varkenseigenaren die een clicker gebruiken voor de training van hun varken. Neus eens rond op internet voor voorbeelden en inspiratie. 


Wandelen en vervoer
Veel varkenseigenaren willen hun varken leren een tuigje te dragen. Voor het bezoek aan de dierenarts of omdat ze willen wandelen met hun varken. Het minivarken is sinds 1 februari 2015 een erkend huisdier in Nederland. Maar officieel mag je je varken niet vervoeren over de openbare weg. Wil je dat wel doen dan moet je daar een officiële melding van doen binnen twee dagen na de verplaatsing en vooralsnog mag je eigenlijk alleen maar naar een andere varkenshouder verplaatsen. Je bent als varkenseigenaar verplicht je varken te registreren via www.rvo.nl ook als je maar een varken hobbymatig houdt. Als je registreert krijg je een UBN (Uniek Bedrijfs Nummer). Een varken heeft een oormerk, die je bij registratie ontvangt. Gelukkig hoeft deze bij minivarkens niet in het oor gedaan te worden (behalve bij Kune kune-varkens), de meeste varkenshouders bewaren die en als je op pad gaat neem je het mee.

Veel eigenaren laten zich door het verbod niet weerhouden en wandelen met hun varken zoals ze dat met hun hond zouden doen. De praktijk is dat het in veel gemeenten gedoogd wordt. Het wennen aan het tuig is een delicaat proces wat je niet moet overhaasten en vaak moet herhalen in korte episodes. Laat je varken eerst snuffelen aan het tuig, beloon het, geef het de kans het in zijn mond te nemen en het over de grond heen en weer te schuiven. Aai ermee over zijn lijf en als je dat allemaal in een paar dagen tijd zonder stress kunt doen kun je het tuig los op zijn lijf leggen. Als dat goed gaat maak je het vast en laat je het varken wennen aan het om hebben van het tuig in zijn natuurlijke omgeving. Na een half uur haal je het tuig weer af en dit herhaal je een aantal keren. Natuurlijk met uitgebreide beloning (en wat lekkers). De druk van een lijn aan het tuig vinden de meeste varkens een onprettig gevoel omdat het ze het als prooidier het gevoel geeft gevangen te zijn en niet weg te kunnen. Ook hier geldt weer langzaam aan leren en opbouwen. Een elastische riem die meebeweegt of een rol-lijn kunnen daarbij uitkomst bieden.

Maatjes met andere dieren

Varkens zijn sociale maar ook territoriale dieren
Dat maakt het samenvoegen van varkens of het laten wennen aan andere dieren soms een lastig en heftig proces.

Varkens zijn gelukkiger samen. In sommige gevallen, waarbij het varken jaren gewend is alleen te zijn, geldt dat het varken niet meer wil of kan wennen aan een ander varken. Maar dit zijn uitzonderingen die de regel bevestigen: een varken is een groepsdier


Matching
Als je in een later stadium een varken wilt toevoegen dan is het van belang dat je dit direct goed aanpakt. Een niet goed geregisseerde kennismaking maakt het alleen maar lastiger en heftiger. Bereid je voor op een rangorde-”gevecht”.
 

Tips voor matching:

  • geef het nieuwe varken de kans om te wennen in een afgeschermde omgeving

  • geef na een dag of twee het bekende varken de kans om contact te zoeken via een goede afrastering, dit geeft je een indicatie van de opstelling van beide varkens. Typisch gedrag is de hanekam omhoog, scheef gaan staan ten opzichte van het andere varken en zich groot maken. Happen in neuzen kan ook voorkomen. Allemaal logisch territoriaal gedrag waar je wel van kunt schrikken maar wat vanuit het varken bekeken heel natuurlijk gedrag is

  • na een week of twee merk je dat het territoriale gedrag er wellicht nog is maar dat het zal afnemen in intensiteit

  • dit is het moment waarop je de varkens bij elkaar gaat zetten. Idealiter doe je dat op neutraal terrein (wat niet toegeëigend is door een van de varkens) maar praktisch gezien is dat vaak lastig te realiseren. Kies er dan voor om een kamer of plek in te richten waar allebei de varkens niet dagelijks zitten. Een schuur kan ook

  • kies het liefst een moment aan het einde van de middag, zodat je gebruik kunt maken van de routine van de varkens, varkens stoppen met vechten als de zon ondergaat en zelfs varkens die elkaar overdag het leven nastaan gaan samen ‘op stok’ en slapen samen

  • als je de varkens bij elkaar zet, wees dan voorbereid. Geef ze tenminste een half uur tot een uur om samen uit te maken wie de baas is. Wees voorbereid op charges, hoofdzwaaien en lelijkheid. Eventueel kun je de oren insmeren met vaseline om ervoor te zorgen dat als ze happen ze niet een oor vastpakken en schade berokkenen. Zorg er ook voor dat je een houten of plastic plaat hebt wat je bij extreme gevechten tussen de varkens kunt plaatsen om ze uit elkaar te halen

  • en dan komt het moeilijke deel; accepteren dat je een half uur de varkens de kans geeft hun territoriale gedrag te botvieren 

  • na het eerste half uur vermindert dit gedrag en na een uur zullen ze een soort van verstandhouding hebben gecreëerd. Dat betekent niet dat er geen charges meer zullen zijn, maar de eerste tekenen van acceptatie zullen zichtbaar zijn

  • zorg ervoor dat je geen partij wordt. Het varken wat de rangorde-slag verliest zal proberen om bij je te schuilen, gebruik te maken van jouw positie. Hoe moeilijk ook, weersta de neiging om dit “zielige” varken te helpen. Als je dit proces verstoort moeten ze weer van voren af gaan beginnen. Een van de varkens zal zich moeten onderwerpen aan de ander. Als dat eenmaal gebeurt heb je het ergste gehad 

  • als je dit proces kunt volhouden dan zul je zien dat binnen een aantal dagen (24-48 uur) de varkens hun rangorde vestigen. Dan wordt de ruzie minder. En verandert het gedrag van vechten en charges naar de dominantere die de onderdanige opzij jaagt (move the pig principe). Als het andere varken het juiste gedrag vertoont (opzij gaan, onderwerping) zal er niet meer worden gevochten 

  • Als de varkens in staat zijn om binnen een half uur tot een uur een stuk rustiger zich tot elkaar te verhouden kun je ervoor kiezen ze langer bij elkaar te houden. Hoe eerder ze de vlieguren samen hebben gemaakt hoe sneller de rust weerkeert. Als je ziet dat een van de varkens uitgeput raakt en de andere niet dimt, dan haal je ze op een rustig moment (!) uit elkaar en herhaal je het de dag erna, wel met de verlenging 

  • Soms lukt het om de varkens de kennismaking te laten doen en hoef je ze niet meer uit elkaar te halen, soms duurt het een aantal dagen. Dit is ook afhankelijk van hoe dicht de varkens in dominant karakter bij elkaar zitten, oftewel hoe sneller de onderdanige bereid is zich te onderwerpen hoe korter dit proces duurt. Ook de leeftijd van de varkens telt mee. Een big zich enerzijds sneller onderwerpen, maar zal ook eerder uitgeput raken. Daarnaast telt nog hoe lang het bekende varken al alleen zit en geen contact met soortgenoten heeft gehad. Richtlijn is hoe langer alleen, hoe langer dit proces van gewenning duurt 

  • Onthoud dat de varkens hier doorheen moeten en dat ze als ze eenmaal de rangorde hebben gevestigd ze maatjes voor het leven zijn 

  • Kijk goed en volg je gevoel met deze tips in je achterhoofd.

 

Andere dieren
Het is bekend dat varkens met andere dieren minder territoriaal gedrag tonen, maar ook een minder diepe band opbouwen. Varianten van het territoriaal gedrag kunnen ook voorkomen bij honden en katten, maar veel minder sterk. Hierbij telt ook het feit dat zowel honden als katten jagers zijn. Zij werken gewoon anders dan prooidieren. Het is een andere taal die zij spreken. Het gemoedelijk naast elkaar leven in huis of tuin, is eigenlijk de best mogelijke uitkomst van varkens met andere (huis)dieren. Er zijn voorbeelden van varkens die een sterke band opbouwen met een hond, vrijwel altijd in afwezigheid van een ander varken (“second-best”). Maar nooit mag uit het oog verloren worden dat het bij elkaar plaatsen van prooidieren en jagers alleen onder toezicht mag. Helaas zijn er veel ervaringen waarbij het al tijden goed lijkt te gaan tussen hond en varken en er toch een moment komt waarop het varken gebeten wordt. Meestal als er eten in het spel is.

Varkens kunnen buiten goed gehouden worden met andere dieren, ook al blijft het opletten geblazen met dieren die van hetzelfde voedsel houden. Kippen bijvoorbeeld pikken graag letterlijk een graantje mee van het varkensvoer en soms accepteert het varken dit niet. Dan kan het gebeuren dat je alleen nog wat veertjes terugvindt van de kip. Koeien, ezels, alpaca’s gaan over het algemeen goed. Paarden hebben een aangeboren afkeer van varkens. De meeste paarden zijn als de dood voor varkens, ook dit zal enige tijd en gewenning kosten. Hier geldt ook weer geef het de tijd en geef ze de kans.

aLLES OP EEN RIJ

Boeken over minivarkens


Er zijn diverse boeken geschreven over minivarkens, veelal in het Engels en één Nederlandstalige. Hier vind je wat suggesties om je verder in je varkentje te kunnen verdiepen. Klik hiervoor op het boek voor meer informatie.